We lopen door het bos Of op een paadje door de wei Onze handen in elkaar Op een mooie dag in mei Een schitter in jou ogen En een in die van mij Een mooie dag nu over Een deel van de tijd
De storm pakte de liefde Het vloog bij mij vandaan Een rondje om de wereld Ver bij mij vandaan Maar na het rondje om de wereld Kwam het weer terug bij mij
En toen besefte ik… Het komt altijd weer terug bij mij Het is ook nooit gegaan Het stond altijd aan mijn zij
Als ogen door de mist Voel ik me steeds bij jou De liefde doorschijnt Maar toch wordt het grauw Als een blad van de boom In de winter of herfst Zo mooi, maar toch zo Het mist een gevoel Jouw zon die het mist Je hoopt dat het blijft Maar de wind neemt het blad Naar ver omhoog Waar ik nog steeds van je hou
Hun wereld brak in tweeën. Ze gingen uit elkaar. De televisie van hem. De kat van haar. Het was 3 jaar geleden, ook al voelt het nog steeds als net. Hij de kast. Zij het bed.
Maar toen ze gingen daten, kwamen ze weer bij elkaar. De kat weer van hem. Het bed nog steeds van haar. Nu slaapt hij op de zolder. Maar toch ze zijn weer bij elkaar.
Hij heeft alleen nog 1 ding te klagen. Het bed is nog steeds van haar.